“Sinds ze in onbruik zijn geraakt, zijn sommige tunnels opgevuld met aarde en geraakten andere overwoekerd met struikgewas of verdwenen ze achter constructies”, weet gedeputeerde Luk Lemmens, bevoegd voor het gebiedsprogramma Rupelstreek. “In 2017 zijn we binnen het gebiedsprogramma Rupelstreek op zoek gegaan naar wat er nog van de steenbakkerstunnels overbleef. Met de werkgroep Steenbakkerstunnels hebben we er intussen al 53 teruggevonden. Een groot succes dus! Intussen zijn we volop bezig om deze tunnels en hun geschiedenis in ere te herstellen.”

“Zo is de tunnelingang bij Natuur.huis De Paardenstal blootgelegd en opnieuw opgemetseld. In Walenhoek herstellen we een tunnel onder de spoorlijn, zodat wandelaars en dieren kunnen doorsteken richting het wetenschapspark. En met deze wandelbrochure nodigen we iedereen uit om het verhaal van de tunnels zelf te gaan herontdekken.”

Al eeuwenlang is de Rupelstreek gekend om haar baksteenindustrie. Om niet steeds met een zware lading de hellingen op en af te moeten, hebben de arbeiders in de 19de eeuw en 20ste eeuw doorgangen tussen de kleiputten gebouwd. Die steenbakkerstunnels liepen onder hoofdwegen en spoorlijnen door. Na verloop van tijd vormden de tunneltjes een heel verbindingsnetwerk tussen de steenbakkerijen langs de Rupeloever en de verder afgelegen kleiputten.

Eind vorige eeuw liep de baksteennijverheid in de streek fel terug en rond 1988 geraakte de laatste steenbakkerstunnel op een steenbakkerij in onbruik. In tegenstelling tot de opvallende schoorstenen, de lange rijen droogloodsen en de indrukwekkende ringovens, zijn de Rupelse steenbakkerstunnels grotendeels uit het zicht en uit het geheugen verdwenen. Sinds 2017 is de werkgroep Steenbakkerstunnels bezig met de inventarisatie, de renovatie en de herwaardering van dit uniek stukje geschiedenis.